Er is sprake van gedragsproblemen als:
Gedragsproblemen kunnen verschillend van aard zijn. Veel kinderen vertonen probleemgedrag als zij boos of gefrustreerd zijn. Bij sommige kinderen komen juist kenmerken voor van ongevoeligheid en emotieloosheid. Ze lijken weinig bezorgd over de gevoelens van anderen. Als ze iets fout hebben gedaan, laten ze weinig spijt of schuldgevoel zien.
Gedragsproblemen en gedragsstoornissen liggen in elkaars verlengde, waarbij gedragsstoornissen ernstiger zijn dan gedragsproblemen. Als het gedrag heel problematisch is, langer dan een jaar aanhoudt en een kind erg belemmert in naar school gaan, vrienden maken en het contact met familie, is het gebruikelijk om van een gedragsstoornis te spreken.
De DSM-5 onderscheidt twee vormen:
Deze classificaties zeggen op zichzelf niets over de oorzaken van het gedrag.
Voor gedragsproblemen kan er op individueel of groepsniveau een passend traject worden geboden. Het traject zal afgestemd zijn op de oorzaak van de problematiek.